Op 14 april heeft de fractie van GroenLinks een 10 tal vragen gesteld aan het college naar aanleiding van een bericht in het Noord Hollands Dagblad, waarin stond dat "wethouder Frowijn spreekt 'als bestuurslid' met ambtenaar buurgemeente over dwangsom voor parochie St. Eloy" (in kader van hoor en wederhoor). Op 19 april ontving de raad een brief van de wethouder. Op 20 april ontvingen wij de antwoorden op de door ons gestelde vragen. Helaas hebben de antwoorden de fractie van GroenLinks niet overtuigd. Hierdoor voelden wij ons genoodzaakt opnieuw (voor een deel dezelfde) vragen te stellen.

1)     Op de vraag; Hoe verhoudt de functie van wethouder Ruimtelijke Ordening van de gemeente Heemskerk zich tot het aanschuiven bij een gesprek met een potentiële koper van de Goede Raad in Beverwijk, luidde het antwoord van het college: dat de heer Frowijn is als bestuurslid van St. Eloy bij genoemd gesprek aanwezig geweest, niet als wethouder.
Hiermee blijft de vraag staan hoe dit zich, in de optiek van het college, verhoudt tot de functie van wethouder Ruimtelijke Ordening van de gemeente Heemskerk?

2)     In de ogen van de fractie van GroenLinks is het volstrekt niet wenselijk dat een bestuurder van de gemeente Heemskerk optreed als belangenbehartiger van een partij (St. Eloy), richting een ambtenaar van de gemeente Beverwijk. Bovendien is genoemde partij verwikkeld in een juridisch conflict met de gemeente Beverwijk. Wij vragen dan ook wat de invloed is van deze handelwijze van de wethouder met betrekking tot de goede relatie die de gemeente Heemskerk heeft met de gemeente Beverwijk.
Antwoord van het college: De relatie met de gemeente Beverwijk is goed en ondanks deze kwestie hebben wij het vertrouwen dat de relatie ook in de toekomst goed zal blijven.
Ook hiermee is in onze optiek de gestelde vraag niet of op zijn minst onvoldoende beantwoord. Kan het college aangeven wát de invloed is van de handelwijze? Heeft dit bijvoorbeeld invloed op andere zaken die betrekking hebben op ruimtelijke ordening?

3)     Het is niet bekend of de wethouder heeft gepoogd de ambtenaar van de gemeente Beverwijk over te halen om de dwangsommen in te trekken of te verlagen. Kan de wethouder hier opheldering over geven?
Antwoord van het college: Zie brief van de heer Frowijn.
In de genoemde brief wordt niet duidelijk of de wethouder heeft gepoogd de ambtenaar over te halen om de dwangsommen in te trekken of te verlagen. In de brief staat uitsluitend dat dhr. Frowijn zich op 10 maart heeft laten informeren over het hoe en waarom van een op 25 februari door de gemeente Beverwijk opgelegde dwangsom. Welke informatie heeft dhr. Frowijn gekregen? En nog belangrijker: Wat heeft dhr. Frowijn gedaan met deze informatie?

4)     De gemeente Heemskerk stelt zich, volgens het genoemde krantenartikel, op het standpunt dat deze kwestie een privékwestie is van de wethouder. Is het college/burgemeester het met ons eens dat deze situatie verder strekt dan een privé aangelegenheid van de wethouder?
Antwoord van het college: De journalist heeft de vraag gesteld of de wethouder gebruik heeft gemaakt van het ambtelijk apparaat om de eerste vragen te beantwoorden, die over dit onderwerp zijn gesteld. De afdeling communicatie heeft het eerste antwoord van de heer Frowijn doorgezonden, aangezien hij zich op dat moment op een congres elders in het land bevond. De afdeling is ‘doorgeefluik’ geweest voor de antwoorden van de heer Frowijn. Daarna is aangegeven dat de pers zich rechtstreeks tot de heer Frowijn moest wenden, aangezien dit onderwerp (Stl Eloy) hem persoonlijk betreft en niet een dossier is dat in Heemskerk wordt behandeld. In die zin is het een privékwestie.
Met dit antwoordt heeft u een vraag beantwoordt die niet gesteld is.?
In de brief van dhr. Frowijn staat: “Ik heb me daarbij echter onvoldoende gerealiseerd dat, mede gelet op de omstandigheden waarin het gesprek tot stand kwam en plaatsvond, de betreffende ambtenaar mij wellicht niet zo zou zien en het gesprek wellicht anders zou ervaren of zich zelfs onder druk gezet zou kunnen voelen.”
Gelet op de context waarin het gesprek heeft plaatsgehad roept dit nogmaals de vraag op: Is het college/burgemeester het met ons eens dat deze situatie verder strekt dan een privé kwestie?

5)     Heeft dhr. Frowijn zich, in de optiek van het college, gehouden aan  gedragscode politieke ambtsdragers gemeente Heemskerk 2012?

6)      Er wordt in de antwoorden van het college verwezen naar de brief van Frowijn, terwijl die lijkt op persoonlijke titel aan uitsluitend de raad te zijn geschreven. Voelt het college zich verantwoordelijk voor de brief van Frowijn en heeft het college daar waar het college naar de brief verwijst zich van de juistheid vergewist en is de inhoud van de brief in het college besproken?