Voorzitter, 

‘’Voor wie en iedereen is hier een plek’’ 

Dat is direct de vraag, maar ook het antwoord op de bezuinigingskwesties. Op de zaken rond subsidies, jeugdzorg, WMO, wonen, armoede, klimaat, regionale samenwerking, veiligheid, jongeren, ouderen, fietsers, schoolbestuurders, griffie, ambtenaren, wethouders, raadsleden, de vrije pers, ondernemers, sporters, vrijwilligers, cultuurliefhebbers, asielzoekers, troostzoekers, strandgangers, shoppers, mensen met vitale beroepen, met minder vitale beroepen, geen beroep. Voor wie en iedereen is hier een plek.

Wanneer je namelijk vraagt: voor wie is hier een plek? Dan is het antwoord: voor iedereen! Maar in de politiek lukt dat soms niet. Wij moeten bedenken voor wie er een plek is, terwijl we graag willen zeggen dat er voor iedereen een plek is. Deze zin komt uit het gedicht ‘troostzoekers’ (ik benoemde het daarnet al), van Lucas Rijneveld. In het vervolg van het betoog zal ik nog wat delen citeren uit het nummer dat uit het gedicht volgde van Wende en Froukje. 

De perspectiefnota ziet er natuurlijk niet zo positief uit 2025 die krijgen we nog wel rond, maar we kijken nu samen door naar de jaren daarna. Alle partijen hebben aangegeven dat ze openstaan om mee te denken over de bezuinigingen. Dat is al een mooie eerste stap. Daarom kunnen we ook zeggen dat we voor de eerste voorstellen zijn. Dus ook in het verhogen van de OZB, het niet indexeren van de subsidies en het heroverwegen van de plannen rondom het programma leefbare en veilige wijken. GroenLinks heeft natuurlijk zelf in december een poging gedaan, maar nu staat er in de technische beantwoording staat dat er vrij makkelijk een ton minder uitgegeven kan worden. Daar mag van ons echt nog wel de strategisch adviseur veiligheid bij opgeteld worden. Daarover willen we nu al een keuze maken en daarom dienen we een amendement in. 

We gaan dus niet alle investeringen weghalen uit die wijk, maar willen de raad dwingen om opnieuw te prioriteren. Wij zijn er namelijk als raad bij geweest toen we de eerste voorstellen voor het Europlein bespraken. Daar durfden we niet te kiezen. Wat wordt er dus nu van ons verwacht? Dat we binnen de jeugdzorg allerlei keuzes gaan maken? 

Er liggen vooral kansen. Dat moeten we in ons achterhoofd houden. De discussie over jeugdzorg gaat toch weer vooral over de centenkant en niet over de mensenkant. Wij moeten niet bezuinigen op de jeugd: Kinderen zijn immers de toekomst van ons land. Durf daarin te investeren. Ieder kind verdient een toekomst. Als je kinderen niet vroeg genoeg helpt of ze tegenhoudt bij een hulpvraag, dan wordt dat later een schreeuw om hulp, waarbij de zorg complexer wordt en het instituut niet meer wordt vertrouwd. Voor hen is er dan ineens geen plek: 
 

Geluk is gevaarlijk voor wie spaarzaam is 
Voor wie niet leven een koud kunstje werd 
Voor wie hier binnenkomt en twijfelt aan alles wat mooi is 
Twijfelt aan zijn plek in de wereld 
Voor wie eindeloos teert op verlangen naar betere dagen 
Voor wie alleen wil zijn 
Maar het niet langer meer kan 

Geluk is gevaarlijk voor de roekeloze 
Wie verstrikt zit in zijn eigen ik 
Die de weerloosheid weg eet, koopt en slikt 
Wie zichtzelf bezeert omdat een ander het niet meer doet 
Voor wie stemmen hoort, maar zelden een lief woord 
Voor wie bang is verlaten te worden 
Zelf iedereen verlaat uit voorzorg 
Voor wie weet dat het hart op veel manieren breekt 
Weet dat het gemaakt kan worden 
Weer gemaakt kan worden 

Voor wie en iedereen is hier een plek. Wij moeten iets als politiek doen om jongeren in een positiever daglicht te zetten. Jongeren lopen rond met terechte angsten rondom het klimaat. We geven er natuurlijk als gemeente goede voorbeelden mee: bouwen met hout, zonnepanelen op daken van gemeentelijke gebouwen en het vergroenen van de openbare ruimte. Toch moeten we diezelfde jongeren meer hoop geven door te laten zien dat we blijven investeren in woningen en blijven investeren in een schone gemeente, zowel in de openbare ruimte als in de lucht. En natuurlijk te blijven investeren in een klimaatbewuste gemeente.  

Maar investeren, investeren, investeren, dat verhaal kennen we nu wel van het linkse blok. Maar toch klopt dit verhaal. Alles wat je nu wegbezuinigt, betaal je later weer het dubbele voor om op het juiste niveau te krijgen. 

We zouden daarom nu intensievere stappen moeten nemen in de lokale samenwerking. En dan heb ik het absoluut niet over een ambtelijke fusie, maar er moeten toch zaken zijn die we samen kunnen doen. Neem bijvoorbeeld re-integratiesamenwerking door het Sociaal Domein (IJmond), die nemen daar het voortouw in. Of de woonvisie of de woonzorgvisie? Veiligheid op het Europaplein? Het is vooral een oproep om over onze eigen dorpsgrenzen heen te kijken en met elkaar te delen. Dat brengt ons bij: 

Geluk is gevaarlijk voor zij die niet kunnen delen 
Wie wel glimlacht, maar de snik onzichtbaar hoog in de keel heeft 
Wie alles verloor waar hij van hield 
Voor wie weerloos omgaat met de dingen 
Voor wie zichzelf iedere avond het donker van zijn kop injaagt 
Voor wie de hoop heeft opgegeven 
Als een zieke kameraad 

Voor wie en iedereen is hier een plek. Verder zouden we stappen kunnen nemen om ons belastingpotentieel kunnen optimaliseren. Denk bijvoorbeeld over het voorstel om de OZB te verhogen. Voor ons kan dat niet snel genoeg gaan. Complimenten aan het college voor de durf om dit zo voor te stellen. Wij zouden zeggen: doe het in een keer. Dat geldt ook zeker voor de OZB op niet-woningen. We kunnen toch niet belangrijke zaken wegbezuinigen om die later te moeten repareren. 

Verder hebben we veel investeringen staan bij de meerjareninvesteringsplannen of gaan we op een andere manier investeren in bepaalde wijken. Dat betekent dat er ook baat uit gehaald zou kunnen worden. Daarom willen wij het college verzoeken om een onderzoek te doen naar de baatbelasting. Vanuit de nieuwe landelijke coalitie wordt er gespeeld met de gedachte om ook een planbatenbelasting tot een van de mogelijkheden te laten behoren. Mocht dat een mogelijkheid worden, dan zijn wij de eerste van wie je dat hoort. 

Wanneer de bezuinigingen eraan komen, dan zullen we zeker meedenken. We gaan alleen nu niet vooraf dingen kapot maken, die later gerepareerd moeten worden. We moeten uitleggen dat in onze gemeente de kosten van de jeugdzorg niet zo hard zullen stijgen, omdat wij zo goed investeren in deze groep. Wij moeten kijken binnen de autonome ontwikkelingen, wat er wel en niet autonoom is.  

Ik wil graag afsluiten met een laatste stuk uit Troostzoekers, want dat zijn we immers allemaal: 

Voor wie die alles denkt, maar te weinig uitspreekt 
Voor wie moe is, niet in slaap komt, eeuwig ligt te woelen 
Voor zij die willen leunen onder de mensen als warme dekens 
Voor wie niet weet wie hij is, altijd onzeker 
Wij zijn de leegte 
Wij willen weten hoe ons te vullen 
Wij zijn de leegte 
Wij willen weten hoe ons te vullen 

Dank u wel.