Voorzitter,
In de inleiding wordt geschreven over naweeën van de coronacrisis en voordat we het weten rollen we alweer een andere crisis in. In de negentiende eeuw zouden dichters liefdadigheidspoëzie schrijven om geld op te halen. Zo schreef Tollens in de hongerwinter van 1844-45:
Wij gaan met schaal en bussen rond
En kloppen aan in al de wijken
De nood is klimmende in de stad;
Geeft, burgerlui! geeft allen wat,
En geeft wat veel, gij rijken!
Daarna volgen wat akelige voorbeelden en eindigt met:
Geeft, lieve mensen! helpt en geeft!
Met geld is zoveel goeds te plegen:
Het stilt de honger niet alleen,
Het warmt en kleedt niet enkel, neen!
Het houdt de misdaad tegen.
Men was het in de negentiende eeuw al met GroenLinks eens. Door te investeren hoef je niet te korten. In de negentiende eeuw durfden ze het geld te vragen aan de rijken, maar dat durven we hier niet meer.
Zoals eten en warmte de misdaad tegenhoudt. Zo doen we een aantal zaken om preventief te werken. Kijk naar de start van het Serviceplein. Dit zou ervoor moeten zorgen dat men op de juiste plek komt. Het heeft een poortwachtersfunctie, maar het is vooral een communicatief doel, een ondersteunend doel. Hier gaan we graag mee door en breiden het zelfs graag uit.
En om iedereen warmte te geven en dat betaalbaar te houden, starten we ook met een project om energiearmoede structureel aan te pakken.
Als er een structureel tekort is, dan vraagt dit niet om bezuinigingen op maatschappelijke functies. Maar dan vraagt het om investeringen, zodat de bezuiniging niet nodig is: Keynesiaans beleid. Als er gesproken wordt over een tekort, dan kan je die op lange termijn opvullen met investeringen.
Ik zeg daarmee dat het structurele tekort niet ons probleem is, maar één van het rijk. Waar men in de negentiende eeuw geld aan het volk vroeg, vragen wij het aan Den Haag. Als men daar wil dat we meer doen, kom dan over de balk met geld. En laten wij hier niet de discussie starten hoe we kunnen bezuinigen op kinderen. Ik wil niet nadenken over wat lichte zorg is en wat weg kan. Deze zorg heeft een preventieve functie. En voorkomt onnodige uitgaven.
Verder wordt ons gevraagd om te reflecteren op andere ontwikkelingen: Zoals de Omgevingswet, die per 1 januari 2023 wordt ingevoerd. Of een andere ontwikkeling; de energietransitie. Dit gaat ons helpen om een grote verduurzamingsslag te maken en de voorbereidingen zijn al in volle gang. We hebben het vaak over participatie op het gebied van woningbouw. Ook van belang, maar de focus moet de komende tijd naar de energietransitie. Ik zou graag een datum horen van de wethouder wanneer er op papier staat hoe we met de inwoners, bedrijven en organisaties in gesprek gaan. De energietransitie is een mooie start om aan te laten zien hoe participatie kan slagen.
Dan de discussie over het loonkostenplafond. GroenLinks is van mening dat deze afgeschaft zou kunnen worden, gezien de ontwikkelingen op alle terreinen. Vaak gingen de discussies in de raad over ambtelijke capaciteit. En als wij zien hoeveel projecten eraan komen en in het sociaal domein nog te doen is, dan moet daar geen plafond aan zijn. Wij, dus niet alleen het college moet gaan prioriteren wat we belangrijk vinden. Zo’n stukje als de Kop van de Baandert zou ik dan over zeggen: laat die nog even zitten. Laten we met de mensen die we hebben de andere projecten eerst tot een goed einde brengen. En zet dan meer mensen in op het stationsgebied, zodat we daar snel iets moois hebben.
Wij geven het volgende mee voor de begroting:
-
Durf te blijven investeren in plannen
Voorzitter, voor structurele oplossingen moeten we niet afhankelijk zijn van de (incidentele) liefdadigheid van het rijk.